Vóór is niet hetzelfde als tegen

Ik kan voor Ajax zijn, ben ik dan tegen Feyenoord?  Vóór Israël dus tegen de Palestijnen? Voor Rutte, dus tegen Klaver of Wilders?

Grappig (of triest) hoe wij geconditioneerd zijn om tegenstellingen te creëren, in stand te houden en steeds te verkondigen.

Alsof je niet vóór Ajax en vóór Feyenoord tegelijkertijd kan zijn.

Klaarblijkelijk zijn we zó geconditioneerd dat vóór de één automatisch betekend: tegen de ander.

Waar kom dat toch vandaan? Niemand wordt zo geboren!

We groeien op in een gezin, milieu of sociale omgeving waarin iedereen vóór Feyenoord is. Met de paplepel wordt ons ingegoten dat vóór Feyenoord betekend: tegen Ajax.

Dus nemen we dat standpunt klakkeloos over. Nou ja, Klakkeloos. We zijn bang. Angst dat een afwijkend standpunt, ten opzichte van het dominante standpunt in de groep waar we onderdeel van uitmaken, gevolgen heeft voor onze sociale positie binnen de groep.

Kortom: als de hele groep waarin wij opgroeien en waarvan wij afhankelijk zijn vóór Feyenoord is kunnen wij niet vóór Ajax zijn. Want, als ik voor Ajax ben dan ben ik (volgens de opvatting binnen mijn groep), tegen Feyenoord.  Bizar maar zo werkt sociale conditionering.

Natuurlijk mag ik wél vóór Ajax zijn. Als ik dat publiek maak dan denkt de groep (mijn groep) dat ik tegen Feyenoord ben. Als ze dat denken word ik (denk ik) met de nek aangekeken, sociaal “gestraft” voor mijn afwijkende standpunt. Dús ik kies eieren voor mijn geld: ik ben óók voor Feyenoord.

Het mag duidelijk zijn waar ik voor sta: een samenleving waarin je gelijktijdig vóór Feyenoord én vóór Ajax kunt zijn. Want dát kan gewoon!

Een samenleving waarin je vóór Wilders én vóór Pechtold kunt zijn. Tegelijkertijd!

Waarom altijd polariseren?

Vóór is niet hetzelfde als tégen. Wij mensen maken er met elkaar een sociale druk van om dat zo wel te laten zijn.

Maar welk doel dient deze polarisatie? Geen enkel doel! Het drijft ons mensen letterlijk uit elkaar!

Dus even terug naar de bron: je wordt geboren en ontwikkelt een mening. Die mening kán en mág afwijken van de mening van je vader, moeder, zussen of broers. Een afwijkende mening is oké. Ook als dat over een gevoelig onderwerp gaat. Dan houden ze nog steeds even veel van je, dan ben je niet een slechter mens.

Vrijheid van meningsuiting is een grondwettelijk recht. Niet iedereen maakt, in alle omstandigheden, gebruik van dat recht. Die keuze is vaak weloverwogen. Daarvan afgeleid zou je kunnen zeggen dat een ander recht wel altijd wordt gebruikt: vrijheid van meningsvorming.

Uiteraard kwamen vele situaties in mijn hoofd langs bij het schrijven van deze blog. Waarnemingen over gedrag in sociale settingen (op het werk én privé). Situaties waarin mensen zich inhouden, inbinden. Niet (meer) uitten waar ze echt voor staan. Hun standpunt of mening voor zich houden.

Klaarblijkelijk omdat ieder mens een snelle verlies- en winstrekening in zijn hoofd maakt voordat de (afwijkende) mening wordt geuit of voor zich wordt gehouden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *